Het kerkorgel werd al in de derde eeuw gebruikt om de rooms-katholieke kerk in Europa te aanbidden.

Kerkorgelmuziek begon echter aan populariteit te winnen met de eerste massakerkdiensten in Engeland in de 16e eeuw. De vroege kerkorganist was niet strikt opgeleid in muziektheorie en het bespelen van een orgel vereist behendigheid, timing, toon en vaardigheid.

In de loop der jaren is de vaardigheid en het muzikale talent van de kerkorganisten verbeterd en nu kunnen ze optreden in elke kerk, synagoge, moskee, kathedraal of tempel. Om deze reden treden veel kerkorganisten op het podium met andere musici om de gemeente te vermaken en het kerkbezoek te vergroten.

Tegenwoordig worden kerkorganisten nog steeds opgeleid om het orgel in kerken en gebedshuizen te bespelen, terwijl ze nieuwe vaardigheden en technieken leren. Organisten treden op met verschillende muziekstijlen, waaronder klassieke, hedendaagse en gospelmuziek. Behalve in kerken en gebedshuizen, kunnen kerkorgels ook worden gebruikt in musea, onderwijsinstellingen, opnamestudio’s en privéwoningen.

Hoewel alle kerken verschillende afmetingen en structuren hebben, zijn alle kerkorganisten opgeleid om met dezelfde basistypen orgel te spelen, ongeacht hun grootte, stijl en locatie. Als kerkorganist wordt van u verwacht dat u bepaalde orgels gebruikt om verschillende taken uit te voeren, afhankelijk van de behoeften van uw kerk. Als je meer wilt weten over kerkorgelmuziek en optreden voor andere kerken, kun je contact opnemen met een orgelleraar voor meer informatie.